
Drie breinen, één lichaam - hoe je adem helpt om los te laten wat je vasthoudt
We denken vaak dat we ons brein zijn – dat we alles kunnen begrijpen, verklaren en oplossen met ons hoofd. Maar wist je dat we eigenlijk drie breinen hebben, die elk hun eigen taal spreken? Samen vormen ze één lichaam – een verfijnd samenspel tussen instinct, gevoel en denken. Inzicht in het oerbrein, het emotionele brein en het cognitieve brein helpt je begrijpen waarom je reageert zoals je doet, waarom spanning zich vastzet in je lichaam, en hoe de adem kan helpen om weer rust, ruimte en vertrouwen te vinden.
Het oerbrein - de bewaker van je veiligheid
Het oudste deel van ons brein is het reptielenbrein, ook wel het oerbrein genoemd. Dit deel is ongeveer 500 miljoen jaar oud en gericht op één ding: overleven.
Het oerbrein:
- maakt veiligheid tot hoogste prioriteit
- activeert bij dreiging de vecht-, vlucht- of bevriesreactie
- wil pijn vermijden en plezier ervaren
- reageert razendsnel en instinctief
- stuurt vitale lichaamsfuncties aan, zoals ademhaling, hartslag en spierspanning
- houdt vaste patronen en overtuigingen in stand
Je lichaam reageert dan instinctief: je adem stokt, je middenrif spant aan, je hartslag versnelt. Dat is geen zwakte, maar een oeroude beschermingsreactie van jouw systeem.
Het emotionele brein - de voeler en verbinder
Het zoogdierenbrein, of limbisch systeem, is ongeveer 200 miljoen jaar oud en het centrum van emoties, geheugen en sociaal gedrag.
Het emotionele brein:
- geeft ervaringen een emotionele waarde
- activeert het angstcentrum (amygdala)
- interpreteert lichaamstaal en gezichtsuitdrukking
- motiveert gedrag en beloont verbinding
- reguleert hormonen en stressreacties
- stuurt ons emotionele geheugen aan
Het limbisch systeem werkt nauw samen met het oerbrein. Samen bepalen ze hoe jij reageert als je spanning, druk of dreiging ervaart.
Bij kinderen zien we dit puur: als ze zich onveilig voelen, bijten of slaan ze. Niet uit onwil, maar vanuit een natuurlijke overlevingsreflex. Bij volwassenen uit het zich subtieler – in een gespannen adem, een strak middenrif of een lichaam dat voortdurend “aan” staat.
Het cognitieve brein - de denker en dromer
Het jongste deel van ons brein, het mensenbrein of cognitieve brein, bestaat pas zo’n 200.000 jaar. Het is het domein van denken, plannen, taal en creativiteit, en beslaat ongeveer 75 % van ons totale brein.
Het cognitieve brein:
- bestaat uit een linker- en rechterhersenhelft
- denkt op de lange termijn en kan visualiseren
- is verantwoordelijk voor taal, logica en redeneren
- helpt ons te leren, creëren en reflecteren
- heeft wilskracht, maar kan emoties overschreeuwen
Het cognitieve brein is ons ‘probleemoplossende’ deel, maar kan ons ook misleiden. Je hoofd kan zeggen: “Ik ben ontspannen”, terwijl je lichaam nog steeds spanning of angst vasthoudt. Je kunt dus denken dat het goed gaat, terwijl je ademhaling een heel ander verhaal vertelt.
Wanneer denken het voelen overstemt
Veel mensen leven vooral vanuit hun cognitieve brein: ze analyseren, relativeren en houden controle. maar onder die laag schuilen vaak oude emoties en reflexen uit het oer- en emotionele brein.
Wanneer deze twee overbelast raken, ontstaan vaak klachten als:
- een hoge of oppervlakkige ademhaling
- spierspanning in nek, schouders of middenrif
- moeite met loslaten
- vermoeidheid, piekeren of prikkelbaarheid
Je lichaam vertelt dan een verhaal dat je hoofd nog niet wil horen.
Terug naar veiligheid en vertrouwen
De sleutel ligt in vertragen en verzachten – terugkeren naar een gevoel van veiligheid in je lichaam. Dat begint bij de adem.
Door bewust te ademen – langer uit dan in – geef je je oerbrein het signaal dat het veilig is om te ontspannen. Zo ontstaat ruimte voor het emotionele brein om te voelen, en voor het cognitieve brein om los te laten.
Een eenvoudige oefening:
- Adem 3 tellen in
- Adem 4 tellen uit
- Verleng dit langzaam en op je eigen tempo ( 4 in, 5 uit – 4 in, 6 uit) Tot het ritme vanzelf gaat.
Je zult merken dat je hartslag vertraagt, je buik ontspant en je gedachten verstillen.
Wat het lichaam laat zien als het ontdooit
Tijdens ademsessies zie ik vaak dat, zodra iemand zich weer veilig voelt, het lichaam begint te spreken. Er kunnen emoties loskomen die jarenlang vastzaten – soms voelbaar als warmte, soms als kou van binnenuit.
Die kou herken ik vaak bij mensen die als kind ‘in de kou zijn gezet’: te veel verantwoordelijkheid droegen, het verdriet van ouders probeerden te dragen of zich moesten aanpassen. Om te overleven, gingen ze “in hun hoofd wonen”. Het lichaam sloot af; het gevoel bevroor.
Wanneer dat kind weer gezien en erkend wordt, kan het ontdooien. Dan mag het lichaam weer ademen, voelen en stromen. En met die stroming komt ruimte – ademruimte, zachtheid en levenskracht.
De natuurlijke cyclus van loslaten
Het najaar nodigt uit om, net als de natuur, los te laten wat niet meer dient. Door te vertragen, te voelen, te ademen en te luisteren naar wat van binnen nog gezien wil worden.
Je adem is daarbij je kompas – ze brengt je terug naar het hier en nu, naar je lichaam, naar rust. Drie breinen, één lichaam – verbonden door die ene adem die alles in balans brengt.
